Bij een luchttemperatuur van net boven nul kan water op de bodem toch bevriezen. Vooral na een vorstperiode, wanneer de vorst nog in de grond zit, bevriest water en vocht op de wegen snel. Dit wordt ook wel opvriezing genoemd, een bijzonder verraderlijke vorm van gladheid die dus al bij temperaturen van net boven het vriespunt kan optreden.