meester Henk - WINTER
 
(Advertentie)
(Advertentie)
  • Vanaf het begin van de ontdekking van het vuur tot (in de geschiedenis) nog maar "kort" geleden werd er voornamelijk hout verbrand. Of in een open vuur of in een meer gesloten situatie met een reflector (open haard);
  • daarna kwam turf. Dit gaf meer warmte af en was gemakkelijker. Turf werd al in potkachels verbrand;
  • vervolgens de kolen. Nog meer warmte en nog gemakkelijker. In Nederland werden kolen in Limburg gevonden. Helaas wel in mijnen, dus lastig te delven;
  • in de 60 jaren van de 20e eeuw werd er in het noorden van ons land aardgas gevonden. Dit kwam "vanzelf" naar boven en kon met buizen naar de huizen geleid worden. Dit maakte het allemaal nog gemakkelijker;
  • waar het niet handig was om leidingen naar toe te leggen (boerderijen), werden kolen of olie/petroleum gebruikt
  • eigenlijk gebruiken we nog steeds voornamelijk kolen en gas. Tegenwoordig niet alleen aardgas, maar ook biogas. Ook restwarmte van fabrieken en geothermische warmte wordt tegenwoordig gebruikt. De laatste twee in zg "stadsverwarming";
  • het grote nadeel van aardgas, en kolen (aardolie) is dat ze "binnenkort" opraken. (fossiele brandstoffen)
  • kolen zullen er nog het langst blijven, maar hier is de milieuschade erg groot

Zo'n brede haard had als bedoeling dat je naast het vuur (of de kachel) kon gaan zitten en dus direct verwarmd werd.

Achter het vuur staat een plaat die de warmte moet terugkaatsen en de muur erachter tegen de intense hitte moet beschermen.

(Advertentie)

Wil je meer weten over fossiele brandstoffen klik dan hier

(Advertentie)

voordelen :

  • t.o.v. een "open vuur" had de kolenkachel een afvoer naar buiten en daarmee dus geen rook in de kamer
  • kolen geven meer warmte af dan hout of turf
  • de kachel houdt de warmte meer vast. Het gaat niet meteen de lucht in. Je moest een kachel dan ook niet aanraken. (wie z'n billen brandt, moet immers op de blaren zitten !)

 

nadelen :

  • ook deze kachel gaf alleen warmte af in de ruimte waar hij stond;
  • de temperatuur was moeilijk regelbaar. Alleen met een hendel kon de zuurstof toevoer geregeld worden en daarmee de temperatuur;
  • 's Avonds moest je heel precies weten hoe de lucht toevoer tov het aantal kolen geregeld meost worden. Anders was de kachel de volgende ochtend uit;
  • het aanmaken van de kolenkachel was een lastig karweitje. Was 'ie goed aan, dan duurde het nog wel een behoorlijke tijd, voordat de temperatuur goed warm werd (denk maar eens aan de barbecue); 
  • kolenverbranding gaf veel as als afval. De as werd opgevangen onderin de kachel in een asla. Deze moest regelmatig geleegd worden;
  • kolen moesten geregeld in de kachel gedaan worden. Er moest derhalve een voorraad zijn. Vóór de winter werd daarom een aantam "mud" gekocht en in een berging opgeslagen;
  • ook in de kamer moest natuurlijk een voorraad zijn. Deze bevond zich in de "kolenkit". Deze moest dagelijks gevuld worden.
  • Bij slechte verbranding (te weinig zuurstof) was er een grote kans op (dodelijke) koolmonoxide.
(Advertentie)

voordelen :

  • t.o.v. de kolenkachel was er een schonere verbranding. Geen restafval meer.
  • gas werd door een leiding (onder druk) het huis en de kachel ingebracht. Geen voorraad meer nodig dus;
  • het was niet direct nodig om de kachel de gehele nacht aan te houden, Het aanmaken was een fluitje van een cent (en werd later door een elektrische ontsteking nog gemakkelijker)

 

nadelen:

  • Net zoals de kolenkachel werd alleen de ruimte waarin de kachel stond verwarmd. En ook hier : dichtbij was het heet en naarmate je verder van de kachel kwam nam de uitgestraalde temperatuur snel af.
bij(straal)verwarming (directe stralingswarmte)
(Advertentie)
(Advertentie)

Na de gaskachel kwam de zgn. "centrale verwarming". 

Het woord centraal slaat op het feit dat er op één plaats in het huis de verwarmingsketel staat.

Net zoals bij de gaskachel wordt er nog steeds gas als brandstof gebruikt. Bij de gaskachel wordt de lucht in de ruimte verwarmd(stralingswarmte). Bij de "centrale verwarming" wordt water verwarmd en vervolgens door een buizensysteem naar diverse ruimtes geleid.

 

centrale verwarming door het gehele huis

Voor- en nadelen van "centrale verwarming" 

Voordelen:

  • met één verwarmingsbron kan het gehele huis verwarmd worden;
  • temperatuur is middels een thermostaat gemakkelijk regelbaar;
  • nauwelijks onderhoud;
  • minder kans op koolmonoxide

 

nadelen:

  • er is nog steeds gas nodig (raakt op);
  • de verdeling van de warmte in een ruimte is nog steeds lang niet optimaal;
  • de radiatoren kunnen een sta-in-de-weg zijn;
  • radiatoren zijn "lelijk" (tegenwoordig komen er steeds meer "design"radiatoren);
  • gasverbruik stijgt, dus "duur"
  • de techniek is gevoeliger voor storingen. Dan is er geen andere verwarmingsbron meer;
  • veel mensen hebben een "luxe" tweede verwarmingsbron (open haard / gashaard) om toch vuur te kunnen zien;
  • het verbruik van fossiele brandstoffen wordt toch nog hoger.

In de jaren '70 van de 20e eeuw kwamen 2 alternatieve "centrale verwarmingssystemen"

  • vloerverwarming
  • luchtverwarming

 

De vloerverwarming heeft stand gehouden, hoewel het meer geschikt is voor kleinere ruimten (badkamer, keuken e.d.)

 

Luchtverwarming had teveel nadelen in een normaal huis, vanwege de hoeveelheid (en grootte van)buizen. In grote hallen en winkels wordt er wel mee gewerkt.