Een midwinterhoorn is een oud blaasinstrument dat heden ten dage nog wordt gebruikt in Twente, de Veluwe, en de Achterhoek en op sommige plaatsen in Duitsland vlak over de grens. De oorsprong van het gebruik ligt in Twente en de Achterhoek. Het lijkt het meest op een alpenhoorn. Het is een licht gebogen hoorn van berken- elzen- of wilgenhout, op ambachtelijke manier gemaakt met een mondstuk, de hap, van vlierhout of een andere houtsoort, waarop een monotone melodie wordt geblazen, soms boven een waterput om het geluid te versterken. Men blaast meestal als het schemert. Het geluid draagt ver, wie het eenmaal gehoord heeft vergeet het nooit meer. Het is vooral in de schemering een stemmig geluid. In Twente en de Achterhoek wordt alleen geblazen tussen de eerste zondag van de Advent ("anbloazen") en Driekoningen (6 januari, "afbloazen").