Het absolute kouderecord van ons land is -27,4 graden gemeten op 27 januari 1942 in Winterswijk.

De periode 18-27 januari 1942 was in De Bilt met een gemiddelde temperatuur van -11,3 graden en een minimum van -24,8 graden op de 26e de koudste van de 20e eeuw. De extreme kou begon al een week eerder en vanaf 12 januari 1942 kwam de temperatuur in De Bilt vrijwel elke dag lager dan -10 graden. De winter van '42 hoort met gemiddeld -1,5 graden tot de vijf koudste van de eeuw.

(bron: KNMI)

In het oosten van Siberië, op zo’n 6.500 km van Moskou, ligt Jakoetsk, hoofdstad van de Russische republiek Jakoetië en met recht en rede de koudste stad ter wereld. De gemiddelde januaritemperatuur bedraagt er -40,9°C, met uitschieters tot -63°C, en toch wonen er meer dan 200.000 mensen.

En het kan nog kouder. Zo’n 600 km verderop ligt Ojmjakon. Dat dorpje (met minder dan 1.000 inwoners) is in het zuiden begrensd door een bergrug, waardoor warme lucht er moeilijk bij geraakt. De gemiddelde temperaturen liggen er nog zo’n 10°C lager dan in Jakoetsk.

Tenslotte is ook het Russische onderzoekstation Vostok op Antarctica het vermelden waard. Daar werd in 1983 de allerlaagste temperatuur ooit gemeten: -89,2°C. En dat station wordt ook permanent bewoond… door enkele bezielde poolwetenschappers die niet bang zijn van ‘een beetje kou’.

 De laagste temperatuur in het heelal is -273,15 graden Celsius !

Dit is het absolute nulpunt en wordt aangegeven met 0 Kelvin. Deze temperatuur komt in de natuur op aarde niet voor, maar kan alleen kunstmatig benaderd worden.

De laagste temperatuur die ooit in ons eigen Zonnestelsel gemeten is is -240 graden Celsius. Deze temperatuur werd in 2009 gemeten op de Maan door de ruimtesonde Lunar Reconnaissance Orbiter, die in een baan om de Maan draait.

De Zweedse natuurkundige Anders Celsius (1701-1741) is vooral bekend vanwege zijn thermometerschaal die in een gewijzigde versie nog altijd wereldwijd wordt gebruikt. Hij zette op zijn thermometer 0 graden bij het kookpunt en 100 graden bij het vriespunt van water. Zijn opvolger, de Zweedse astronoom Strömer, draaide de getallen om en plaatste 0 graden bij het vriespunt en 100 graden het kookpunt van water. Om verwarring te voorkomen is men die verdeling de schaal van Celsius blijven noemen.

(bron : weeronline)